Poel van der, Egbert Lievensz
From VerhalenWiki
Egbert Lievens van der Poel was een zoon van zilversmid Lieven Ariensz van der Poel en Anneken Egberts. Het kwam veelvuldig voor dat in een geslacht van edelsmeden ook kunstschilders voorkwamen. Zat de creativiteit hen in de genen? Egbert werd geboren in Delft in 1621 en op 9 maart van dat jaar werd hij gedoopt. Egbert en zijn jongere broer Adriaen zouden beiden kunstschilder worden. De familie Van der Poel onderhield warme contacten met de kunstschilder Pieter van Bronckhorst. Lieven en Pieter waren doopgetuigen van elkaars kinderen. Ook de kunstschilder Jacob van Geel was doopgetuige bij het gezin van der Poel. Derhalve is het niet uit te sluiten dat de broers Van der Poel schildertechnieken van Pieter of Jacob hebben geleerd.
Egbert schilderde vooral landschappen, strandgezichten, zeegezichten en stadsgezichten en hij was een meester in het schilderen van nachtelijke vuren en taferelen in de maneschijn. Maar ook schilderde hij portretten, boerderijstillevens, architectuur en marines. Naast kunstschilder was Egbert ook tekenaar en aquarellist. In 1650 sloot Egbert zich aan bij het Sint-Lucasgilde. Op 10 juni 1651 ging hij in ondertrouw met Aeltgen Willems van Linschoten die buiten de Oostpoort woonde (attestatie van Maassluis). Egbert zelf woonde in de Nieuwe Doelstraat. De Doelstraat was het ook waar het paar zich zou vestigen. Hij woonde er nog toen in 1652 een kind van hem begraven werd. Later zou hij naar de Oude Langendijk verhuisd zijn.
Egbert verhuisde met zijn gezin naar Rotterdam waar hij in de leer ging bij Cornelis Saftleven. Egbert en Aeltgen kregen ten minste zes kinderen, waarvan er drie in Delft en drie in Rotterdam geboren werden: de tweeling Annetegen en Lijsbeth (Delft 1651), Anna (Delft 1654), Lieven (Rotterdam 1655), Wilhelm (Rotterdam 1658), Annetje (Rotterdam 1661).
In 1654 vond de Delftse Donderslag plaats: de ontploffing van het kruitmagazijn, die een groot deel van Delft verwoestte en waarbij onder andere zijn collega-schilder Carel Fabritius omkwam. Egbert heeft deze ramp op meerdere doeken vastgelegd. Vermoedelijk is deze ramp de reden geweest voor Egbert om zich in Rotterdam te vestigen. Egbert overleed te Rotterdam en werd begraven op 13 juli 1664.
Bronnen: Ecartico, Wikipedia, Kalden, RKD, DTB-Delft, DTB-Rotterdam