Oude Langendijk
From VerhalenWiki
Contents
Vermelding en vaststelling
Vermeld in 1330 als Langhendijc [Br. 1] en in 1435 als Oude Langendijck [Br. 13]; bevestigd Raadsbesluit 30 januari 1997
Ligging
De Oude Langendijk staat in 1330 vermeld als Langendijk en in 1435 als Oude Langendijk. Tussen het Oosteinde en de Nieuwe Delft (de gracht van Koornmarkt tot en met Voorstraat) werd een voor die tijd lange dijk aangelegd om het Marktveld te vrijwaren van wateroverlast vanuit het zuiden. De Markt was namelijk vrij laag gelegen ten opzichte van het omringende gebied. Dit had te maken met het riviertje de Gantel dat daar in vroeger tijden liep. Halverwege de veertiende eeuw werd de dijk verlengd met het gedeelte dat we nu Nieuwe Langendijk noemen. Sinds die tijd kennen we een Oude Langendijk en een Nieuwe Langendijk.
Op de hoek van de Oude Langendijk met de Jacob Gerritstraat woonde de dichtende boer Hubert Corneliszoon Poot en op het adres Oude Langendijk 7 was de thuisbasis van het Sint Nicolaasgilde voor kooplieden; 'de Coomanskolf'. Tot op de dag van vandaag siert de gevelsteen van dit gilde de gevel van dit pand.
Opmerkingen
Op nr. 35 zou een bordje gehangen hebben waarop stond dat Hugo de Groot er ooit gewoond zou hebben. Wie weet daar meer van?
-Erfgoed Delft- Marie-France van Oorsouw 11 apr 2010 12:00 (UTC)
Herinnering aan de Oude Langedijk: De huistelefoon, een verhaal van Jaap van Mierlo
Mijn grootmoeder (1879-1971) was een meisje Lübbers uit de stoffenwinkel op de Oude Langendijk.Het pand was groot, met op de begane grond de winkel, daarboven een grote woonkamer over de hele breedte van het huis, aan de achterkant een verdiept liggende keuken met waterpompen en helemaal boven de kapokzolder. Vroeger was er ook een naaiatelier in gevestigd geweest. Een zus van mijn oma stond achter de toonbank. Als kind ben ik nog wel eens in dat ouderlijk huis geweest, zo rond 1950. Daar was een huistelefoon aanwezig daterend uit de tijd vóór de elektriciteit. Die telefoon werkte als volgt: Tussen twee kamers was een buis aangebracht, die aan weerskanten een stukje uit de muur stak en was afgesloten met een houten fluitje. Als nu iemand uit de eerste kamer wilde spreken met iemand die waarschijnlijk in de andere kamer zou zijn, dan nam hij het fluitje uit de buis en blies hard in de buis. Aan de andere kant floot dan het andere fluitje. Als iemand in die kamer was, nam hij het fluitje uit, en riep iets in de buis. De eerste moest dan zijn oor tegen de buis te luisteren leggen. Zo kon men praten, en ik veronderstel dat men door over te roepen de mond- en oorsituatie liet wisselen. Naar de huidige begrippen misschien een beetje primitief en onhygiënisch, maar het scheelde waarschijnlijk wel veel trappen lopen. Later heb ik gehoord, dat deze constructie ook op schepen is toegepast.
Dit verhaal is opgetekend door historische vereniging Delfia Batavorum in het kader van een Oral History-project.
Literatuur en bronnen
website van de gemeente Delft, 'De huistelefoon'
Buurt en wijk
Buurt: Centrum; Wijk: Binnenstad